dinsdag 9 september 2014

Spelen met een aardappelschilmesje


 













Een moeder uit Bilthoven vertelde me dat haar dochter van zes jaar dacht dat een flatgebouw een huis was voor één persoon.

Een vader, eveneens uit Bilthoven, vertelde me over zijn dochter van acht jaar die was gaan spelen bij een vriendinnetje in een rijtjeshuis. Gechoqueerd kwam ze thuis: ‘pappa, het is zo’n klein huis’, had ze gezegd ‘ze hebben maar drie slaapkamers.’ Haar vriendinnetje moest een slaapkamer met haar zusje délen. Drama!


In Mali, West-Afrika, zag ik een kind van ongeveer een jaar oud. Ze zat vredig in haar nakie in de schaduw van haar huis te spelen. Met een aardappelschilmesje. 

Waarmee ik maar wil zeggen dat de omgeving waar je opgroeit je referentiekader bepaalt. In het chique Bilthoven denk je als kind dat de wereld bestaat uit grote huizen met oprijlanen. Als je opgroeit in Mali dan bestaat je wereld uit een lemen huis met één kamer, een aangeveegd erf en een aardappelschilmesje.

NEE NEE NEE!
Nou wil ik niet dat Bee opgroeit met een aardappelschilmesje als speelgoed. Maar ik wil ook niet dat hij denkt dat een rijtjeshuis armoede is. Nou hebben we maar een klein huisje, dus dat zal niet snel gebeuren. 

Maar het gaat me er om dat hij niet denkt dat overvloed de maatstaf is. Dat het hebben van geld een vanzelfsprekendheid is. Dat spullen zijn identiteit bepalen.

Op dit moment is Bee nog wat jong om deze maatschappelijke discussie met hem te voeren. Voorlopig hanteren we één duidelijke manier om hem te leren dat het niet altijd meer meer meer is. Het gebruik van het woordje NEE. Dat woord valt tegenwoordig heel vaak bij ons in huis. Af en toe ben ik een echo van mezelf. Dan wijst Bee met zijn mollige prikvingertje naar de feta: ‘die die die’. ‘Nee!’ zeg ik. Dan priemt hij nog wat meer met zijn vinger en schreeuwt wat harder ‘DIE DIE DIE’. ‘NEE NEE NEE!’ roep ik. Even is het stil. Dan verplaatst het prikvingertje zich als een radar naar mijn bord waar een smakelijk bergje sla ligt. Met feta. ‘Die die die’, begint hij opnieuw. ‘Nee nee nee’, zucht ik dan weer.

“Zeg, jij wilt toch ook het beste voor je kind?!”
Verder is het in praktijk nog verrekte lastig om overvloed niet tot een vanzelfsprekendheid te maken. Het blijkt niet zo zeer een kwestie van Bee opvoeden, maar van onszelf opvoeden.

We leven natuurlijk in een nogal materialistische samenleving. Bedrijven vertellen ons doorlopend dat we nog niet genoeg spullen hebben.

In de moederindustrie wordt helemaal handig ingespeeld op de emoties van jonge ouders, “want zeg, jij wilt toch ook het beste voor je kind?!” Vanaf het moment dat je zwanger bent worden je de gekste artikelen aangepraat om uit voorzorg in huis te hebben. Een borstel stond bijvoorbeeld op het lijstje van noodzakelijkheden na de geboorte. Een borstel waarvoor? Om de drie pluisjes op het fontanel van ons pasgeboren kind recht te strijken?

Ook nu nog groeit de spullenberg op miraculeuze wijze. Als opa en oma op bezoek zijn geweest, kan de klep van de speelgoedkist ineens niet meer dicht. Bij Ikea schaf ik in een opwelling van die leuke oudgroene blikken om spullen in te bewaren. Alleen hebben we nu meer opbergdozen dan spullen. Die liggen inmiddels te verstoffen op onze vliering. Naast het wipstoeltje dat we nooit gebruiken en een hobbel-Teigetje waar we in de woonkamer geen ruimte voor hebben.

Tijd dus voor wat stevige zelfreflectie.

De wereld mee inkleuren
Sinds enige tijd proberen we bewuster met spullen om te gaan.
Ons huis niet al te vol te stouwen met artikelen die we niet nodig hebben. Dat betekent dat we niet nodeloos door Ikea gaan slenteren als we eigenlijk niets nodig hebben. Het scheelt dat we in een klein huis wonen en dat er nauwelijks ruimte is voor prullaria. 

Jaarlijks houden we minimaal twee opruimrondes waarbij het overbodige op de Gratis Ophalen in Utrecht Facebook of op marktplaats gaat. Ook Bees speelgoedcollectie wordt daarbij niet ontzien.

We proberen bovendien zoveel mogelijk te lenen of anders tweedehands te kopen. Met uitzondering van luiers. Boeken kopen we überhaupt niet meer. In plaats daarvan gaan tegenwoordig regelmatig naar de bieb.


In feite is Bee nu nog het kind met het aardappelschilmesje. Hij heeft de leeftijd dat hij speelt met alles wat voor handen is. Een pan en pollepel zijn net zo interessant als zijn ultraverantwoorde kindvriendelijke houten trein. Zijn referentiekader is nog in wording. 

Hoe minder bezoekjes aan Hema en Ikea uiteindelijk zijn referentiekader gaan bepalen, weet ik niet. Ik zie het als telkens een pennenstreek op een nog nagenoeg wit vel papier. Duplo van marktplaats is een groene streep. Een Tommy Hilfiger trappelpakje van €59,90 een rode. In mijn referentiekader dan hè. En zo kleuren we zijn wereld mee in. 

Net zoals dat we hem over een aantal jaar gaan leren dat vlees van de koe komt en niet "uit de koeling in de supermarkt". En voor nog meer kleur nemen we  hem over een paar jaar mee naar een land waar kinderen met aardappelschilmesjes spelen.



Als je dit een leuke blog vindt, dan vind je deze waarschijnlijk ook leuk: Het David de Kabouter Woonideaal

5 opmerkingen:

  1. Leuk stuk, San!
    Bijkomstigheid van het vertellen dat hij koe eet :
    Taran vraagt steeds of het eten wat hij in zijn mond gaat stoppen gemaakt is van dieren....
    hap hamburger ("ja, van een koe")...
    kokhalzen als een gek...
    "Spuug maar uit"
    (Met tranen in zijn ogen) "de hap was te groot"
    Lief zo'n smoes haha. Ondertussen eet hij wel weer vlees :)
    "Weet je wat ik het aller-zieligste vind? Een orka die een baby-pinguïn opeet."

    Enne, als Bee eens wat nodig heeft (of denkt te hebben omdat er weer wat ruimte is gemaakt) mag hij hier best wat speelgoed uitzoeken. Zijn wij het ook weer kwijt haha ;)

    KUS, Rins

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. TNX Rins. Haha en mooi verhaal van Taran. Wat een boefhoofd :-) We komen binnenkort weer eens spelen met het speelgoed (niet meenemen nee ;-)

      Verwijderen
  2. Goed geschreven en oh zo waar! Dochterlief reageerde iets minder geshockeerd op vlees eten. "Maar wat ís het dan?" "Een koetje." Ik verwachtte drama's en tranen maar ze at tevreden verder en zei "Lekker!"

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Haha, nou goed te lezen dat het koetjes-verhaal er zo eenvoudig in gaat. Dat biedt perspectief :-)

      Verwijderen
  3. Wat prachtig weergegeven!
    Dat er kinderen bestaan die niet weten waar vlees vandaan komt verbaast me nog steeds. Maar misschien komt dat doordat ik zelf tussen de weilanden ben opgegroeid ;)

    BeantwoordenVerwijderen