woensdag 21 januari 2015

Gewoon een kwestie van opvoeden















'Bee, ga je mee naar buiten?' vraag ik enthousiast. Het is 9.15 uur. Vrijdag is onze wekelijkse dag samen en meestal kunnen we niet vroeg genoeg naar buiten gaan. 'Nee!' zegt Bee en gooit ondertussen mijn mobiele telefoon en sleutels op de grond. 'Okee', zeg ik, 'maar we gaan toch.'


We zijn bij de Albert Heijn op de hoek. Ik houd van 's ochtends winkelen, dan is het nog lekker rustig. Bee rijdt met zo'n kinderwinkelwagentje. Zodra we het mechanische poortje door zijn, beukt hij met dat ding overal keihard tegenaan. En niet op zo'n lieve, onhandige ik-kan-nog-niet-zo-goed-sturen manier. Nee, doelbewust: richten, rennen, rammen. Iedere keer als ik roep: 'Bee niet doen!', lacht hij satanisch hard.

Ik pak een doos eieren. Als ik me omdraai liggen er ineens allerlei spullen in het karretje die we helemaal niet nodig hebben: roze wc-eend met roosjesgeur, een appel met een hap eruit. Aan de andere kant van het gangpad zie ik Bee een grote glazen pot met sperziebonen uit het schap tillen. Nog net kan ik die met een hand opvangen voordat ie aan gruzelementen gaat. 'Beeeeee Niet Doen!' roep ik inmiddels wat harder. De oudere man die ons passeert, fronst ontstemd zijn wenkbrauwen bij zoveel herrie in deze verder rustige winkel.

Rechts in het gangpad duikt een grote stapel Villeroy en Boch glaswerk op. Ik zie in mijn ooghoek het karretje een doelgerichte zwier maken. De dikke beentjes vermeerderen vaart. Ik heb geen tijd om onder de indruk te zijn dat een bijna-tweejarige precies weet wat het meest breekbare in deze AH is. Net voordat hij de stapel ramt, werp ik mezelf naar voren, grijp het wagentje bij die lange vlaggenstok en trek hem naar achteren.

'Beeeeee NIET DOEN!' krijs ik inmiddels. 'Nee nee nee nee', krijst Bee terug en slaat mijn hand weg. Ik mag niet aan het winkelwagentje komen want hij wil het Zelf Doen! Een winkelende medemoeder bekijkt Bee en mij hoofdschuddend. Haar kroost zit zoetjes in de wagen om zich heen te koekeloeren. 'Je hoeft alléén maar grenzen te stellen', hoor ik haar denken, 'wees gewoon duidelijk en consequent.'

Bij de kassa leggen Bee en ik samen de boodschappen op de band. Mijn ademhaling kalmeert weer. Ik kijk naar die mollige handjes die trots het toiletpapier aangeven. 'Wat is het toch ook een schatje', denk ik nog. Het volgende moment steekt hij de brie met papier en al in z'n mond. Met het stuk kaas tussen z'n tanden rent hij weg van de kassa het gangpad door. De kassamevrouw kijkt me afwachtend aan. De mensen in de rij achter mij kijken met enig leedvermaak toe: wat zal ze gaan doen? 

Ik storm het gangpad door en sleur een schreeuwende Bee aan z'n arm terug naar de kassa. Ik ben er zo klaar mee. In de rij zie ik enkele mensen afkeurend met hun hoofd schudden. Dit zou hun nooit overkomen. 'Gewoon een kwestie van goed opvoeden.' Ik weet dat ze dit denken, want twee jaar geleden stond ik zelf ook zo in de rij.

Bee weigert om terug naar huis te lopen vanuit de AH. Ik loop weg en zeg 'doei Bee, tot straks dan'. Hij is niet onder de indruk. Na dertig eenzame meters draai ik toch maar weer om, want we lopen langs een redelijk drukke weg. 'Kom maar jongen', probeer ik hem nu te lokken met m'n  meest zoetgevooisde stem. Er komt alleen maar geschreeuw als reactie. 'NEE! Dragen!'

Een oud omaatje strompelt voorbij met haar stok. Ze gaat sneller dan Bee en ik. Ze blijft staan en kijkt vertederd naar Bee. Ineens is zijn gezicht een en al glimlach. 'Bus!' roept hij enthousiast naar haar en wijst naar de passerende bus. 'Wat een slim jongetje ben jij!'zegt het omaatje. Bee glimt en grijnst. 'Och, wat leuk hè, die kleine kinderen', zegt ze tegen mij. 'Hallo, zie jij die hoorntjes niet uit z'n hoofd steken?' denk ik bij mezelf. Maar ik glimlach en knik. 'Inderdaad ééénig.'

Oma is alweer in de verte verdwenen. Bee en ik staan nagenoeg op dezelfde plek in de miezer. 'Hoe lang moet ik hiermee doorgaan?' vraag ik mezelf af. 'Wat is opvoedtechnisch verstandig?  Ben ik te principieel? Is dit niet gewoon kinderachtig wedijveren met een dreumes van bijna twee? Verpest ik hem nu voor altijd door hem zijn zin te geven?'

Tien minuten en evenveel tactieken verder ben ik er klaar mee. We zijn een kleine twintig meter opgeschoten en het regent inmiddels behoorlijk hard. Ik til Bee op en zet koers naar huis. Hij glimlacht. 'Dragen' zegt hij tevreden. 'Alleen deze ene keer, hoor Bee. Volgende keer ga je weer gewoon lopen.' Met mijn allerstrengste stem probeer ik nog iets van ouderlijk gezag te herstellen. Bee luistert al niet meer.

Thuis trek ik zijn jas uit. Hij begint heel hard te schreeuwen en te huilen. 'Wat? Wat is er?' vraag ik verschrikt in de veronderstelling dat ik z'n lip mee geritst heb of z'n pink heb afgebroken in z'n mouw. 'Buihuiten!' roept hij en wijst naar de deur. Ik zucht. 'We gaan nu binnen spelen, Bee.' 'Nee!' roept hij en gooit z'n wanten door de kamer. Ik kijk op de klok en haal diep adem. Het is pas 10.30 uur.

3 opmerkingen:

  1. Tja, je zal het vast vaker horen, van ´´lotgenoten´´, heel herkenbaar!! Die van mij is inmiddels 8,5 maar het staat me allemaal nog vers in het geheugen :) Sterker nog, ook op die leeftijd hebben ze nog dingen waarvan je denkt........

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haha! Het gaat vanzelf over! En als vrijdag jullie dag samen is, heb je lekker de tijd voor dit soort toestanden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ja, dat zijn van die dagen die tellen als Tropendagen!

    Huisvlijt

    BeantwoordenVerwijderen