dinsdag 24 juni 2014

Nachtelijk avontuurtje

























Met zachte voeten loop ik door de nacht. Het is een warme avond. Ik ben wakker. In de verte hoor ik de geluiden van de stad. Ik maak een nachtelijk rondje. Zonder haast. Met een omweg. Het is stil op straat. Ik vind dit Utrecht op z'n mooist. De rust. Lege tuinen. Stille stoepen.

Is het de behaaglijke warmte op dit tijdstip waardoor ik overmoedig raak? In ieder geval sla ik af naar straten waar ik niet bekend ben. Dat wat je niet kent kan in het donker onbehaaglijker lijken dan het bij daglicht blijkt te zijn. Maar ik wil niet omkeren. Ik zit in de flow. 



Door de straatverlichting beweegt mijn schaduw met me mee. Net alsof ik achtervolgd word. Onbewust versnel ik mijn pas. Mijn oren zijn gespitst. Hoor ik nou wat? Ik kijk achter me. De straat is leeg. Ik loop verder. Langzamer nu. Behoedzamer en toch ook uitstralend dat ik hier thuis hoor. Alsof ik zo rechts, bij dat huis met die luikjes, naar binnen kan gaan. 

Mijn lijf voelt het voordat ik het met zekerheid hoor. Een elektrische lading giert door me heen. In een reflex draai ik om. Hij staat op een paar meter van me af. Hij is donker. Bijna zwart. Hij heeft een indrukwekkende snor. De blik in zijn ogen betekent niet veel goeds. Dit kan wel eens heel erg uit de hand gaan lopen, zegt mijn instinct. Ik bevind me op zijn terrein. Dat straalt hij in heel zijn lichaamstaal uit. Dit is zijn wijk. Hier gelden zijn wetten. 


We staren elkaar aan. Mijn hart klopt als een bezetene. Er bestaat niets behalve hij en ik. De stadsgeluiden zijn verdwenen. Weggefilterd uit mijn zintuigen. Ik probeer mijn kansen in te schatten zonder hem uit het oog te verliezen. Ieder spier in mijn lijf is gespannen. Links ben ik ingesloten door een rijtje huizen. Rechts door een lange rij auto's. Angst suddert in mijn keel. Nu mis ik mensen, rijdende auto's, honden die worden uitgelaten. Het is hij en ik. 

Hij begint te lopen. Ik produceer een grommend geluid. Angst in combinatie met een halfslachtige poging om gevaarlijk over te komen. Ik maak me groot. Maar de ander is groter. Dan duikt hij met een sprong bovenop mij. Zijn nagels boren zich in mijn vlees. Ik krijs. Ik krab. Ik bijt hem waar ik kan. Hij is zeker de helft zo zwaar als ik. Wat wil hij?

Ineens gaat een deur in een van de huizen links van me open. Een bundel licht schiet de straat in. Het silhouet van een mens doemt op in de deuropening. 'Ja, heel lekker gegeten. Volgende keer bij ons.' zegt een stem. 'Ja, dan wat minder wijn,' lacht een tweede stem. Zien ze ons hier niet? Bevroren in een gevecht. Haast voor hun deur op de stoep. 


Maar dan toch. 'Liggen er nou twee katten hier voor jouw deur te seksen?' zegt de eerste stem. Twee mensen stappen gelijktijdig naar buiten. Ze kijken naar ons met grijnzende gezichten. De spanning tussen de grote kater en mij is verbroken. We zijn nu allebei gefocust op de twee mensen vlakbij. Een van hen doet een stap in onze richting, buigt voorover om naar ons te kijken. De grote kater schiet de straat over. Ik verdwijn onder de naastgelegen auto. 'Oh, volgens mij is dat Poekie van hier tegenover', hoor ik de tweede stem zeggen. Poekie? Die grote kater heet Poekie? Haha.

Van onder de auto scan ik de straat. De eerste stem stapt op de fiets en rijdt in de richting waar vandaan ik gekomen ben. Ik kijk even om me heen en trek dan een sprintje achter haar aan. Vier zware poten starten roffelend een achtervolging. Maar het geluid haalt me niet in. Klinkt steeds verder weg. Valt stil. Ik ben niet groot maar als het op rennen aan komt, is mijn kleine lijf in het voordeel. Ik ren door. Terug naar bekende tuinen. Terug naar huis. 
Een uitgelaten gevoel groeit in mij. 


Mispoes! denk ik vrolijk. I am Fred!



3 opmerkingen:

  1. Wat een geweldig verhaal! Met plezier gelezen. Ik werd - wat je bedoeling was, uiteraard - totaal op het verkeerde been gezet. Leuk blog!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. TNX! En leuk te lezen dat je op het verkeerde been werd gezet. Was al benieuwd of dat zou lukken :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Eerst dacht ik dat het een droom van je was, misschien. Later dat je een kat was, in je droom. En daarna kwam de aap, eh...Fred uit de mouw. Leukkkk!!!

    BeantwoordenVerwijderen